Dutch-Artists
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.

Luctor et Emergo

Ga naar beneden

Luctor et Emergo Empty Luctor et Emergo

Bericht  Tiuri di feb 03, 2009 9:08 pm

Voor Nederlands moest ik een verhaal schrijven.
Het thema moest zijn: conflict in het innerlijke van een mens.
In mijn verhaal niet supergoed gelukt, maar wat vinden jullie er verder van?


Luctor et Emergo

Ik weet nog steeds niet wat me bezielt. Waarom ben ik weer gaan zeilen? Ik heb gezworen dat ik nooit, nee nooit meer een voet zal zetten op een zeilboot. En toch heb ik het gedaan, ik ben gaan zeilen en nu zit ik hier, op het eiland. Ons eiland, dat is wat het was, nu is het eiland alleen van mij. Nooit meer zal ik meemaken dat we hier samen heengaan. Ik begrijp het nog steeds niet. Hoe het kan...

'Zullen we gaan zeilen?' een vraag waar ik geen nee op kon antwoorden.
'Wat is de weersvoorspelling?' was mijn wedervraag.
'Mooi weer, geen druppeltje regen en een stevige bries, ideaal weer dus' antwoordde Danik.
'Dan ga ik mee' zei ik.
Dus gingen we, alles was perfect, de zon scheen en de lucht was net zo blauw als de zee.
Eenmaal op zee konden we rustig praten. Geen pratende mensen om ons heen. Geen verkeer. Alleen wij tweeën, Danik en ik.
Maar vandaag zweeg Danik, hij zei niets. Ik probeerde een gesprek te beginnen, maar elke poging was hopeloos.
'Zeg wat' schreeuwde ik op een gegeven moment.
'Waarom zou ik?' zei Danik mat.
Een alarmbel begon te rinkelen: er is wat, zei mijn verstand.
'Wat is er?' vroeg ik.
'Niets' was het enige antwoord wat ik kreeg.
We waren bijna bij het eiland. Ik sprong in het water om de boot op het strand te trekken.
Ik trok en sjorde aan de boot, normaal hielp Danik me altijd. Maar nu bleef hij onbeweeglijk in de boot zitten.
'Danik...' hijgde ik, 'help me dan'
Toen stond Danik pas op. Met z'n tweeën hadden we de boot snel op het strand.
Ik liep een eindje verder, en plofte toen neer in het droge zand.
Ik gebaarde naar Daniek dat hij naast me moest komen zitten.
Dat deed hij.
Ik zei niets, keek alleen om me heen, luisterde naar de vogels om me heen. Het viel me op dat het er zo weinig waren.
Ik denk dat we een kwartier op het eiland zaten toen Danik begon te praten.
'Geloof jij dat het leven zin heeft?' alleen dat vroeg hij.
Weer die alarmbel. 'Natuurlijk' antwoordde ik, maar het klonk niet erg overtuigend, dat voelde ik zelf ook wel aan.
'Ik niet' zei Danik. Toen zweeg hij weer.
Ik zweeg ook, wat kon ik zeggen? Zelf wist ik niets te zeggen over de zin van het leven. Geloofde ik daar wel in? Of zei ik alleen natuurlijk om Danik gerust te stellen?
'Het leven bestaat uit vechten om te overleven, maar uiteindelijk ga je toch dood, waarom doe je het?' Danik klonk levensmoe.
'Om gelukkig te worden?' suggereerde ik.
'Je vecht om gelukkig te worden en als je dan gelukkig bent, ga je dood!' zei Danik.
Ik lachte, 'helemaal niet, ben jij nu dan niet gelukkig? Zon, zee, zeilboot, wat wil je nog meer?'
'Ik ben nog lang niet gelukkig' zei Danik, 'en toch ben ik er niet ver van verwijderd' zijn stem klonk positiever.
'Wanneer ben je dan wel gelukkig?' vroeg ik, terwijl ik in zijn blauwe ogen keek, zo blauw als de zee... zei mijn hart.
Toen kuste hij me.
'Nu' fluisterde hij.
En daarna voelde ik me ook gelukkig. Gelukkiger dan ik ooit geweest was.
Hoelang we daar gelukkig zijn geweest weet ik niet. Maar de lucht begon al donker te worden.
'Misschien moeten we teruggaan' zei Danik in mijn oor, 'het lijkt erop dat het toch gaat stormen'
Ik knikte.
Langzaam liepen we naar de boot en namen afscheid van ons eiland, met de stille belofte in ons hart dat we snel weer terug zouden komen.
Het begon te regenen. Het ideale zeilweer was omgeslagen. Maar het gaf niet.
In de verte begon het al te onweren.
Ik werd een beetje bang. Danik sloeg zijn arm om me heen en zei: 'het is niet erg, we komen op tijd thuis'
Op volle zee werd de wind krachtiger. Golven sloegen over het bootje.
Danik grijnsde: 'dit is pas echt zeilen' schreeuwde hij van achter de boot naar mij.
Toch werd ik bang. Ik dacht aan wat Danik had gezegd: '...als je eenmaal gelukkig bent ga je dood'
Ik schudde de gedachte van me af, Danik had toch ergens moeten beginnen?
Ik voelde de windkracht toenemen. Het bootje werd opgetild en weer neergesmeten. Weer kwam er een golf. Ik proefde het zout op mijn lippen.
Plotseling hoorde ik een gil. Waar Danik stond was nu leegte.
'Help!' schreeuwde hij.
Ik schopte mijn schoenen uit en sprong in het water. De zee was zo wild, ik zag niets.
Toen voelde ik iets onder mijn voeten, ik dook naar beneden, het was Danik.
Bij zijn middel trok ik hem omhoog. Ik wist dat hij geen geweldige zwemmer was.
Maar waar was de boot nu?
Ik zag niets, zwarte vlekken dansten voor mijn ogen. Toen voelde ik grond onder mijn voeten. Een eilandje?
Het bleek niet meer dan een rots te zijn.
'Hier, houd je vast aan deze rots' zei ik tegen Danik.
Hij reageerde niet, hij was akelig stil.
'Danik... Danik' schreeuwde ik, maar het geluid van mijn stem ging verloren in het bulderen van de wind.
Ik zag dat Danik zijn ogen opende.
'Gelukkig...dood' dat was wat hij zei.
'Niet de moed opgeven, we halen het wel' brulde ik naar hem.
'Ik...houd...van...je' dat waren Daniks laatste woorden.
Hij sloot zijn ogen en langzaam gleed hij weg. Ik probeerde hem nog omhoog te hijsen. Toen pas merkte ik dat hij niet meer ademde. Het was voorbij. Maar het kon niet.
Zelfs toen er, veel later, een jacht kwam om Daniks lichaam en mij op te pikken kon ik het niet begrijpen.

En nu nog steeds niet. Ik probeer naar het geluid van de vogels te luisteren. Maar het lukt niet. Even later dringt het tot me door dat er helemaal geen vogels zijn. Ik sta op en tuur over het strand. In de verte, boven de zee zie ik een donkere lucht aankomen.
De schrik slaat me om mijn hart. Ik ren naar de boot en probeer zo snel mogelijk weg te komen. Zal ik het nog halen? Ik herhaal de eed, die ik bij Daniks graf heb uitgesproken: 'Nooit, nee nooit meer stap ik in een boot'.
De boot vliegt bijna over het water. Een heel eind in de verte zie ik het vaste land liggen. Maar het word zo snel donker. Weer die golven over de boot. Weer die harde wind.
Verbeeld ik me dit nou? Of kraakt het bootje zo?
Plotseling kapseist mijn bootje.
Zelf lig ik in het water te spartelen, verwilderd kijk ik om me heen, waar is de boot?
Ik geef op, schiet het door me heen. Ik maai niet meer wanhopig met mijn armen om me heen, ik spartel niet meer met mijn benen, ik doe geen moeite meer om boven te blijven.
Langzaam zak ik onder water. Hoe lang het duurt? Geen idee.
Mijn lichaam protesteert, alles in mij schreeuwt één woord: 'Lucht!'
Ik schiet naar boven, mijn longen doen pijn als ze weer lucht krijgen. Ik tast om me heen, voorzichtig.
Er ligt een stuk hout in het water. Vermoedelijk van mijn bootje.
Weer komt het onbegrip naar boven. Waarom moest Danik sterven en blijf ik leven? Waarom? Hoelang ik aan het stuk hout heb gehangen weet ik niet en ook weet ik niet hoelang ik heb gevochten en geworsteld tegen het natuurgeweld.
De keren dat ik op heb willen geven zijn ook niet te tellen. Maar ik kan het niet, waarom weet ik niet.
Dan schieten oude woorden mij te binnen: Luctor et emergo, ik worstel en kom boven.
Nu begrijp ik waarom ik leven wil!


Groetjes T.

Tiuri

Aantal berichten : 411
Leeftijd : 31
Woonplaats : Barneveld
Registration date : 21-03-08

Terug naar boven Ga naar beneden

Terug naar boven


 
Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum